Dinsdagmorgen 26 oktober kwam de Jan Gerard in kop op kop aanvaring met een ander Nederlands schip op de Rijn bij Wesseling.
De Jan Gerard was met 1000 ton tarwe onderweg van Plochingen naar Delden, het andere schip was met 2000 zout van Rotterdam naar Lahnstein. De schippers hadden volgens de Wasserschutzpolizei over de marifoon afgesproken om elkaar te ontmoeten bakboord op bakboord. De schepen konden door de mist niet veilig varen en konden daardoor een aanvaring niet voorkomen.
Zoals gebruikelijk daar, alvorens schipper Jager van de Jan Gerard hadden beide schippers bakboord-bakboord afgesproken. ‘We schampten elkaar’. In de bocht liet hij volgens mij het schip rechtuit lopen en kwam daardoor op mijn vaarhelft uit. Volgens mij dacht hij dat hij te ver aan zijn kant zat. Hij stak dieper dan mij en dacht denk ik meer water nodig te hebben. Maar dat is mijn versie van het verhaal zegt schipper jager.
Ondanks dat we allebei de aanvaring zagen aankomen en nog achteruit sloegen, was de aanvaring niet meer te voorkomen. De Jan Gerard heeft schade opgelopen aan de bergplaat, de ankers, de boeing en een stukje huid. Morgen zal er in Delden de expert komen, alvorens schipper Jager.
De Wasserschutzpolizei in Bonn doet een onderzoek naar de oorzaak van het incident. De schipepr van het andere schip was niet bereid om commentaar te geven.
Allebei de schepen hadden waren na de aanvaring vast gelopen. Het andere schip moest daarbij vlot getrokken worden en de Jan Gerard kon op eigen kracht wer vrij komen.