Uitrukken reddingboot Hansweert valt tegen

De reddingboot Jan van Engelenburg in Hansweert kwam afgelopen jaar bijna niet in actie.
Sinds vorig jaar juli is de post van de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM) operationeel.Veilig varen reddingboot jan van engelenburg
De reddingboot in Hansweert was nodig omdat het gebied tussen Hansweert en Terneuzen een blinde vlek was. Volgens woordvoerder Jan de Vries is het belangrijk dat de bemanning er af en toe eens uit kunnen, maar tot nu toe is het uitrukken van de reddingboot sporadisch. De laatste keer dat de bemanning uitrukte was begin dit jaar. Het gebied is volgens de Vries nooit zo druk geweest, zo was er ook afgelopen winter volgens verwachting heel weinig te doen. Er wordt wel verwacht dat het gebied meer gaat aantrekken.

De post is er volgens De Vries voornamelijk voor de recreatievaart. Waarbij de hoofdtaak van de bemanning het redden van mensen is en  niet het bergen van schepen. In aankomend recreatie seizoen zal duidelijk worden of de oprichting van het station een goede zet geweest is. Een eventuele optie is de boot breder in te zetten, zo zou de reddingboot bijvoorbeeld ook op de Oosterschelde kunnen opereren, maar het probleem is dan dat men niet in het (verplichte) halfuur ter plaatse kan zijn. Verder ziet De Vries het minieme aantal uitrukken niet als een probleem, omdat men natuurlijk hoopt dat het helemaal niet nodig is om uit te rukken. Dit wil zeggen dat het de mensen die in het gebied varen erg veilig varen. Als er voorvallen of ongelukken zijn is dat natuurlijk nooit leuk, maar voor de bemanning is het wel belangrijk om zo nu en dan eens van wal te gaan, al is het voor een zeiljacht dat is vastgelopen.

Toch wordt er door De Vries niet aan de noodzaak van de post getwijfeld.  Dit is één van de gevaarlijkste gebieden in Nederland. Door de Veiligheidsregio wordt ook geprobeerd alles maar af te dekken. Maar als er een keer wat gebeurt en we zijn er niet dan zal men snel verwijten maken. Het kan ook zo zijn dat we niet in actie hoeven te komen, maar dan zij dat zo, aldus De Vries.